Amsterdam

Deel 3: Dies Irae

In Amsterdam Zuidoost, vlakbij metrostation Ganzenhoef, staat flat Groeneveen.

Om haar heen, vele andere hoogbouw-honingraten van de Bijlermeer.

Met haar 372 huisnummers en meer dan duizend inwoners,

is Groeneveen een monument geworden voor de samenleving in de hoogte.

Soundscape aan?

ouverture balkonkoor diesirae extra_people_alt people frame frame frame frame

November — december 2019. Winter.

#1. De Ouverture

Het ritueel van de eerste ontmoeting.

Groeneveen. Een gebouw in Amsterdam Zuidoost. Een gebouw met 372 postadressen, 372 voordeuren, 372 slaapkamerramen en (ongeveer) 1500 bewoners. (Het precieze aantal is niet bekend vanwege een groep ongedocumenteerden en onderhuurders.) De vroege ochtenduren. Rond halfacht ’s ochtends ligt het gebouw nog net te slapen. Nog voordat de zon opkomt, lopen twee paar ogen over de galerij van de tiende verdieping. Naomi en Timo staan stil bij de slaapkamerramen — de blikken worden buiten gehouden door de gordijnen, ze zien vooral zichzelf, weerspiegeld in de ramen. Als een onverschrokken vesting presenteert Groeneveen zichzelf als een monument van betonnen hoogbouw. Een eerste beeld van deze flat: een muur van slaapkamerramen, een façade, dichte ramen, ogen die nog gesloten zijn. Wat vertellen de gordijnen, de vitrages over de mensen die erachter liggen te slapen? Wat zeggen de gekozen kleuren, de beeldjes in het raamkozijn over de bewoners die erachter wonen?

Naomi en Timo nemen hun intrek in 160C, een appartement op de eerste verdieping, in de eerste knik. Deze ruimte is door Rochdale beschikbaar gesteld, en ze kunnen het appartement delen met de bewonerscommissie van Groeneveen, die (tijdelijk) is opgedoekt, waardoor het nu leegstaat. Naomi en Timo stellen zich voor aan buren, aan bewoners van het gebouw die ze op de galerijen tegen komen. Ze posten brieven in alle 372 brievenbussen. Ze houden een open atelier op vrijdagnamiddag. Ze maken een huiskamervoorstelling: voor elke eerste ontmoeting nemen ze een kistje mee, waaruit zich een voorstelling ontvouwt op een vierkante meter. Plattegronden, foto’s, tekeningen, stukjes tekst en enkele geluidsfragmenten wekken het project tot leven in de huizen van de bewoners.

Luister naar... Pauline

Tine

Urmy

Zo dringen Timo en Naomi tijdens dit vooronderzoek langzaam binnen, door de betonnen façade heen. Gordijnen worden opzijgeschoven, deuren worden op een kier gezet. Hans en Myriam op de tiende zijn ‘Groeneveen-veteranen’ en wonen al sinds de jaren zeventig in dit gebouw. Pauline kwam twintig jaar geleden uit Guyana naar Nederland en woont sindsdien op de eerste. Urmy van Radio Zuidoost, dat op de begane grond zit, draait meerdere keren per week Surinaamse platen voor heel Zuidoost. Henk woont iets verder op de begane grond. Achter de lamellen verraden kleine maquettes op de vensterbank dat hij architect is. Hij kreeg nog les van Siegfried Nassuth zelf, de architect die de Amsterdamse Bijlmermeer heeft ontworpen. Ook Tine woont ‘op de nulde’, net naast ingang D. En Ibrahim woont op de achtste, in de laatste knik. Bij deze bewoners krijgen ze een beeld van de wereld achter de slaapkamerramen. Ze luisteren naar hen, de eerste stemmen die hen inwijden in de verhalen van deze woongemeenschap.

Op deze Facebookpagina kan je volgen welke deuren langzaam open gaan. De bewoners presenteren zich in de deuropening van hun appartement: het zijn kleine verhalen op de overloop. De deur staat wagenwijd open, op een kier, of ergens daartussenin — afhankelijk van hoe de bewoners de ontmoeting ervaren.

Luister naar... Henk

Ibrahim

Myriam

De grondtoon voor een meerstemmig protestlied.

De bewoners van Groeneveen zullen het Dies Irae zingen. In de klassieke, katholieke traditie is dit een lied waarin om vergeving wordt gesmeekt — vergeving van een ‘woedende’ God: ‘dies irae’ is letterlijk vertaald ‘dag van toorn’, de Dag des Oordeels. Timo en Naomi zoomen met deze versie van het lied in op het fenomeen van de woedende burger. Wat sluimert in de harten van de bewoners in Groeneveen? In welke leuze kunnen deze mensen zich verbinden?

In deze eerste residentie laten de makers zich inspireren voor de compositie. De eerste geluiden mengen zich tot een soundscape: vliegtuigen en metro’s die ononderbroken over en langs dit gebied reizen, groene halsbandparkieten en stadsmeeuwen, joelende kinderen, het doorspoelen van de wc’s en douches op de piekmometen in het gebouw tijdens de ochtend en de avond, de geluiden van RAZO en de ritmische muziek die bij vlagen uit verschillende appartementen schalt, ... De toonsoort van de flat wordt in deze eerste ontmoeting bepaald. Aan de hand van de beltoon, die klinkt luid en duidelijk als een waterval op de drieklank van Eb majeur. Eb, de grondtoon van de compositie van het Dies Irae.

ouverturefoto0
ouverturefoto0
ouverturefoto0

April 2020. Lente.

#2. Het Balkonkoor

Groeneveen in corona-tijd.

Pauline wordt vandaag wakker met een melodie van Bill Withers in haar hoofd. Lean on me. Ze heeft dagelijks contact met haar dochter, die in Brooklyn op de ICU werkt. Zelf gaat ze als schoonmaakster nog drie keer per week de deur uit. “Lean on me. Yes. That is the message that Groeneveen needs now.” Ibrahim zit wel thuis, zoals vele anderen. Hij is acteur en theatermaker en is vooral aan het schrijven nu. Vanuit zijn appartement op de achtste verdieping voelt hij dat vooral de angst heerst in de flat. De 75-jarige Myriam ziet het gebouw waar ze al zo lang woont in een heel ander licht deze periode: “Er is geen leven meer in de flat. Alles is zo stil” . Ze zegt dat de mensen niet meer om zich heen lijken te kijken. Zo heeft niemand nog aangeboden de boodschappen te doen voor haar en haar man Hans. Op de Bijlmerdreef, bij de Albert Heijn, ziet ze nog steeds teveel mensen rondhangen. De ‘Corona / Social Distance Bus’ rijdt rond in Amsterdam Zuidoost. In acht verschillende talen wordt omgeroepen om anderhalve meter afstand van elkaar te houden: Nederlands, Engels, Spaans, Twi (Ghanees), Papiaments, Somalisch, Arabisch en Turks. Myriam hoopt dat de mensen zich eraan houden.

In deze residentie werken Timo & Naomi op afstand. Ze bellen de bewoners op die ze in het najaar hebben leren kennen en herschrijven samen met hen de tekst van het eerste couplet van het Dies Irae. Ze schrappen ‘David en de Sibillen’ en vervangen ‘het schaamrood op de zondige wangen’ door het gezonde blozen van de zingende mens. Ze buigen zich over de vraag wat er ‘uit de as’ moet ‘herrijzen’. In het klassieke Dies Irae wordt vergeving gevraagd aan God, aan ‘een (hogere) ander’. Het houdt een machteloze afhankelijkheid in stand, een ongekozen afhankelijkheid. Met dit nieuwe Dies Irae willen Timo & Naomi samen met de bewoners van Groeneveen een beweging maken naar zelfbeschikking, bewustzijn en verantwoordelijkheidszin; naar zelf gekozen afhankelijkheid. “We doen het samen” , horen ze elke dag op het nieuws. “We redden het alleen, als we het allemaal, alle 17 miljoen, samen doen.

balkonkoor
balkonkoor
balkonkoor
balkonkoor
balkonkoor

Een balkonkoor zingt de wereld toe.

In deze residentie wordt het eerste couplet gezongen. Op afstand: het eerste couplet wordt gescandeerd vanaf de balkons. Er worden brieven gepost met de herschreven tekst. Er wordt een week lang geoefend vanuit de tuin, vanuit de veiligheid van een eigen balkon. In dit eerste couplet wordt de vraag gesteld welke systemen ons (on)bewust benauwen, welke (heilige) huisjes we willen verbranden. In deze tijd van stilstand ligt een kans ons te verbinden, om iets te veranderen. De dag van ‘woede’ is vandaag : het Dies Irae verbindt het wakkerschudden van het protestlied met het samenkomen in het samen zingen. Er wordt gerepeteerd met de gedachte: in volle longen zit het leven. Dit couplet is een ode aan onbevreesd inademen, aan vertrouwen, aan elkaar wakker schudden uit de sluimerstand, aan de wake-up call en de hoop, de visie, aan de droom. Een ode aan het blozen en aan het menselijke vuur.

Dies irae, dies illa Op deze dag van woede, vandaag,
exponantur systemata worden alle systemen blootgelegd,
stamus nudi in maenanum. en staan we naakt op ons balkon.
Quis sum, quodcumque cognovi Wie ben ik, los van wat ik kende,
clamat cutis propter famem nu mijn huid schreeuwt van de honger,
et silentio excitavit. en de stilte mij weer wakker schudt.

Het tempo van Groeneveen.

De toonsoort werd bepaald in de vorige residentie Stemmen uit Beton #1 Ouverture, aan de hand van de beltoon. Die verklankt de drieklank van Eb majeur. Nu wordt ook het tempo bepaald voor het Dies Irae. Het wordt afgeleid uit de architectuur van het deel van Groeneveen dat verloren ging tijdens de Bijlmerramp op 4 oktober 1992. Tine, die op de begane grond woont, was erbij in 1992. Ze herinnert zich hoe tijdens en na die ramp alle ogenschijnlijk onoverbrugbare verschillen tussen de bewoners verdampten. Voor even. Tot de crisis weer voorbij was, het ‘normale’ leven zich hervatte en mensen terug achter de muren van hun eigen hokjes verdwenen. Na ingang F telde Groeneveen nog 162 extra appartementen, met drie ingangen vanaf het grasveld. Als een fantoompijn galmt het deel dat in 1992 werd verwoest, vandaag nog steeds na in de hartslag van Groeneveen. 162 (appartementen) gedeeld door 3 (ingangen) = 54 (beats per minute). 54bpm: de echo van de geschiedenis is de puls van het Dies Irae.

Het Dies Irae

In het grootstedelijke requiem Concrete Voices, is het Dies Irae het derde deel. Het draait om de Dag van Toorn, de dag van het Laatste Oordeel, waarop volgens het christelijke geloof over alle mensen een oordeel wordt geveld door ‘een woedende’ God. Het is het langste van de negen delen van het requiem en werd ook als laatste aan de officiële mis toegevoegd. In de jaren 60 werd het door het Vaticaan weer geschrapt uit de mis, omdat het te erg zou focussen op angst en huiver. Hoewel het dan ook in vele klassieke composities ontbreekt, neemt het Dies Irae ook vaak een prominente plaats in, zoals bij Verdi en Mozart.

gerard

Naomi en Timo geven het in hun grootstedelijke requiem ook een plek. Ze herschrijven de tekst naar het nu en stellen zich de vraag hoe de thema’s uit deze eeuwenoude tekst zich tot de wereld van vandaag verhouden: schaamte, oordeel, vergeving, hoop, protest, kracht, woede, droom. Ze maken van het Dies Irae een protestlied waarin iedereen zich kan verbinden. In dit Dies Irae klinken de verschillen en wordt er geluisterd naar alle stemmen. Zoals in elke gemeenschap, zijn het stemmen die botsen en niet altijd in harmonie zijn. Ze krijgen allemaal een plek. In één lied.

In het klassieke Dies Irae zindert naast de angst vooral een sluimerende woede. ‘Woede’ is een verbindende emotie: men zoekt gelijkgestemden om zich mee te verenigen — vaak tegen het onrecht. Timo en Naomi zien het als een positieve kracht: men zoekt naar een stem, een manier om iets te veranderen. Onterecht wordt woede vaak gebruikt als synoniem van boosheid. Dramaturg Florian Hellwig schrijft er het volgende over in zijn artikel ‘Theater moet weer een politieke ruimte zijn’:“ Boosheid is destructief, terwijl woede een appel van liefde is. Of anders gezegd: met behulp van woede kunnen we iets agenderen wat we belangrijk vinden, wat we willen beschermen en behoeden. Als we daadwerkelijk van iets houden, dan moeten we woedend worden als ons datgene wordt afgepakt of wezenlijk wordt aangetast. Woede is karakteristiek voor de opstand, net als liefde voor iets. De opstand en opstandigheid hebben woede als motor nodig en liefde als creatieve factor.

Die creativiteit, die constructieve kracht, die liefde willen Naomi en Timo aanboren bij de bewoners van Groeneveen. Ze luisteren naar de verhalen. Ze vragen naar de liefde, de woede en de vergeving. Ze zoeken naar de dromen, de hoop en het protest. ‘Protesteren’ is vertrouwen voelen om te spreken, ruimte maken om dromen te uiten. Waar in het oude Dies Irae de mens vergeving vraagt aan God, wordt in het nieuwe het vertrouwen geplant om het zelf te doen. Dit Dies Irae gaat over de kracht van zelfbeschikking en is een pleidooi voor het recht op eigen verantwoordelijkheid — voor iedereen, voor elk mens. Het is het protestlied van Groeneveen, met de thema’s uit de klassieke tekst als leidraad, de gesprekken met de bewoners als sturing, en de wereld als spiegel.

Over het project

Stemmen uit Beton is een reeks van tien theatrale luistervoorstellingen waarin de bewoners van Groeneveen, een flatgebouw in het hart van de Amsterdamse Bijlmermeer, samen een interpretatie van het Dies Irae zingen. Het is een driejarig project van Naomi Steijger, Timo Tembuyser en Frascati Producties in samenwerking met woningcorporatie Rochdale. Stemmen uit Beton is het derde deel van Concrete Voices, een serie theatrale stadsprojecten van Naomi en Timo, en wordt ontwikkeld in het kader van programmalijn De (on)vertelde stad van Frascati, waarin theater zich verhoudt tot urgente urbane thema’s en tot stand komt in nauwe samenwerking met Amsterdamse instellingen en bewoners.

Groeneveen

In dit derde deel staat flat Groeneveen centraal, gelegen in Amsterdam Zuidoost (ook wel bekend onder geuzennaam ‘de Bijlmer’). De wijk waarin het flatgebouw staat, de Bijlmermeer, werd begin jaren zeventig gebouwd en was bedoeld als een prestigeproject binnen de sociale hoogbouwcultuur. De ‘betonnen droom’ van architect Siegfried Nassuth pakte helaas anders uit. Daarnaast resoneert de Bijlmerramp uit 1992 nog altijd na in Groeneveen. De gelaagde geschiedenis en de enorme grootte van het gebouw (372 appartementen) zijn aanleiding om een langere periode bij deze gemeenschap in te wonen.

Resideren

De meer dan 1000 bewoners van de Groeneveen-flat in Amsterdam Zuidoost vormen uiteindelijk een koor – zonder daadwerkelijk samen te komen. Ze zingen een grootstedelijk requiem, ieder vanuit de veiligheid van de eigen woning. Uiteindelijk komen ze samen in een digitale compositie. Als ode aan de meerstemmigheid van de samenleving en als oefening in het luisteren naar de ander. Timo en Naomi bellen aan bij alle 372 appartementen van deze microkosmos om gesprekken te voeren, verhalen op te nemen en geluiden te verzamelen. Woningcorporatie Rochdale heeft hen de sleutel van nummer 160C gegeven (de ‘atelierflat’), waar ze tot het voorjaar van 2022 elk seizoen een maand zullen resideren. Zo’n langdurige samenwerking is kenmerkend voor De (on)vertelde stad, dat zich ten doel stelt theater en stad op een radicale manier met elkaar te verbinden. Stemmen die normaliter niet gehoord worden, krijgen een podium. Het theater wordt een plek waar de bewoners van Groeneveen zich welkom weten en de ontmoeting centraal staat.

Drie jaren

Het digitale koor van Groeneveen wordt over een periode van drie jaar gecreëerd en het werkproces is opgedeeld in verschillende periodes. Elk van deze tien residentieperiodes wordt afgesloten met een theatrale presentatie in Groeneveen, een theatrale luistervoorstelling in Frascati en een nieuwe webpagina op de website www.ConcreteVoices.com, waar het project op de voet kan worden gevolgd.

In het najaar van 2019 werd Stemmen uit Beton #1 Ouverture gemaakt en in december 2019 stond de allereerste uit de reeks luistervoorstellingen Stemmen uit Beton in Frascati. In april 2020 volgde Stemmen uit Beton #2 Balkonkoor met (in verband met de corona-maatregelen) een ‘voorstelling’ op de balkons van Groeneveen. In de vorm van een balkonconcert, aangejaagd en bijgestaan door Timo en Naomi en een set megafoons. Na vier seizoenen in 2020 en vier seizoenen in 2021 wordt het project uiteindelijk afgerond met een finale in het voorjaar van 2022. Hierin zullen de stemmen van duizend verschillende mensen uit de Groeneveen-flat te horen zijn.

Stemmen Uit Beton

Concept, makers: Naomi Steijger & Timo Tembuyser
Coproductie: bewoners van Groeneveen, Frascati Producties i.s.m woningcorporatie Rochdale
Webdesign: Casper Wortmann, Jonas Kouwenhoven, Martijn Maiwald
Artistieke coördinatie en communicatie: Hekse van den Ende (Frascati Producties)
Productieleiding: Saskia Reynolds (Frascati Producties)